Wat, wie en waarom? Een gesprek met Bodil de la Parra
12 oktober 2024
Gesprekken met theatermakers uit de juryselectie: Bodil de la Parra over De Gliphoeve.
door: Sander Janssens
‘Je bent de geschiedenis aan het meeschrijven.’
Na Woiski vs Woiski, de succesvolle voorstelling uit 2018, is de muziektheatervoorstelling De Gliphoeve van Orkater en het Bijlmer Parktheater het tweede deel in een muziektheaterdrieluik over de komst van Surinamers in Nederland. Bodil de la Parra, die zelf ook Surinaamse wortels heeft, is samen met regisseur Geert Lageveen en dramaturg Maarten van Hinte verantwoordelijk voor de tekst van de voorstelling.
‘De Gliphoeve’ was de naam van een legendarische flat in de Amsterdamse Bijlmer, die in de jaren zeventig werd gekraakt door Surinaamse activisten. In de voorstelling volg je een Surinaams gezin dat na de Surinaamse Onafhankelijk van 1975 vol hoop, plannen en ambitie naar Nederland komt en uiteindelijk in ‘De Gliphoeve’ komt te wonen, vertelt De La Parra: ‘Aanvankelijk was dat een fijne, warme plek waar iedereen elkaar opving en altijd van alles gaande was: er was een band en volop feestjes. Maar vijf jaar later was het een plek vol aan lager wal geraakte mensen en drugsgebruikers.’
‘Surinamers werden gediscrimineerd of met de nek aangekeken. Dat is enorm schrijnend.’
Voor veel Surinaamse Nederlanders is deze periode een belangrijk onderdeel van hun leven, legt De la Parra uit. ‘De Surinamers die toen naar Nederland kwamen, voelden zich echt Nederlands. Het onderwijs daar was helemaal Nederlands, ze kenden alle leden van het koninklijk huis bij naam. Maar hier wisten veel mensen niets van Suriname af. Ze hadden geen idee waar het land lag, dachten vaak dat het bij de Antillen hoorde. Surinamers werden gediscrimineerd of met de nek aangekeken. Dat is enorm schrijnend.’
De la Parra grijpt in haar werk vaak terug op haar ex-koloniale familiegeschiedenis. ‘Die verhalen blijven relevant om te vertellen. We laten in De Gliphoeve zien hoe één gezin binnen vijf jaar van hoop in diepe ellende wordt gestort, maar dat ene gezin staat voor 150 duizend Surinamers: we spreken voor al die gezinnen en vooral ook voor al die generaties daarna.’
‘Surinamers die in die tijd naar Nederland kwamen moesten doorpakken, alles op alles zetten om het hoofd boven water te houden. Tijd voor gesprekken was er binnen die gezinnen bijna niet. Een vrouw die de voorstelling in het Bijlmer Parktheater in Amsterdam zag, zei: “Jullie hebben mijn leven over het voetlicht gebracht. Ik moet opnieuw met mijn kinderen gaan praten.” De kinderen uit die gezinnen zijn inmiddels dertigers, maar hebben vaak niet te horen gekregen wat hun ouders hebben achter moeten laten en wat ze hier hebben meegemaakt. Dat geldt ook voor Nederlandse toeschouwers, die na afloop van de voorstelling zeiden: “Ik schaam me gewoon, dat ik dit allemaal niet wist.” Je bent de geschiedenis aan het meeschrijven.’
‘Syrische vluchtelingen kunnen zich óók aan dit verhaal spiegelen. Daarom moeten we het nu vertellen.’
In het juryrapport wordt de actuele relevantie van de voorstelling er in het bijzonder uitgelicht: ‘De verschillende personages ontwikkelen zich gedurende de voorstelling tot rijke personages, allen met een eigen perspectief op de situatie – ieder perspectief even waar. Zo worden de belangen van de verschillende generaties in één gezin invoelbaar en inzichtelijk gemaakt. (…) Focus ligt daarbij op pijnpunten die nog altijd even actueel zijn: van discriminatie op de huizenmarkt en onderadvisering in het onderwijs tot het belang van zelforganisaties in het emancipatieproces van groepen migranten. (…) Op die manier vliegen ze thema’s aan die in het dagelijks leven moeilijk te bespreken zijn.’
De la Parra: ‘Dat vind ik het mooie aan theater maken: je kan je licht laten schijnen op de recente geschiedenis, door middel van een persoonlijk verhaal waardoor iedereen zich kan inleven. Die mensen voelden zich honderd procent Nederlands, maar werden hier niet zo gezien. Ze kwamen om zich hier te vestigen, maar werden hier gezien als buitenlanders, net zoals dat met mensen uit voormalig Nederland-Indië gebeurde. Maar Syrische vluchtelingen kunnen zich ook aan dit verhaal spiegelen. Daarom is het, hoe wrang ook, ook heel belangrijk om dit verhaal nu te vertellen.’