Wie is wie van de Nederlandse Toneeljury. #1: Hadassah de Boer
13 december 2024
De Nederlandse Toneeljury: ieder jaar selecteert zij de tien (of elf, of twaalf) beste voorstellingen van het theaterseizoen. Geen sinecure, want er wordt in de Lage Landen fantastisch theater gemaakt. Toch lukt het ieder jaar. En krijgt de Toneeljury steevast lof, verbazing en kritiek over zich heen. Wie zit er eigenlijk in de Toneeljury? En wat is voor hen de noodzaak van theater? We vroegen het hen alle zeven.
‘Theater is de brandstof om nieuwsgierig te blijven.’
Bij Hadassah de Boer sloeg de vonk van het theater al heel vroeg over. Of eigenlijk was het geen vonk, maar een geleidelijk aanwakkerend vuur. De Boer werd van jongs af door haar moeder Hedy d’Ancona meegenomen naar toneelvoorstellingen. De liefde verhevigde toen haar moeder een relatie kreeg met schouwburgdirecteur Berend Boudewijn. Tussen haar 10e en 17e was De Boer vaak in de Amsterdamse Stadsschouwburg te vinden. Niet alleen in de zaal maar ook bij de repetities – dan zat ze tijdens een tussenuur te kijken naar het Nationale Ballet. ‘Het waren bijzondere ervaringen’, zegt ze terugblikkend. ‘Theater voedt de fantasie. Je hebt er je leven lang profijt van.’
Hoeveel theater ze in haar leven ook gezien heeft, als we het over de Nederlandse Toneeljury hebben, zit ze toch anders in de zaal dan voorheen.
De Boer: ‘Je kunt beslist minder achterover leunen als lid van de Toneeljury. Het hielp me om na afloop aantekening te maken, die ik later terug kon lezen. Toch was ik bewust de buitenstaander in de jury, de niet-professionele kijker, en heb mijn best gedaan om zo onbevangen mogelijk in de zaal te zitten. Ik heb nog nooit zoveel voorstellingen in een seizoen gezien, ik schat dat het er zo’n 60 waren.’
Als je zoveel theater ziet, zegt De Boer, ga je vanzelf ook patronen zien.
De Boer: ‘Opvallend is dat er steeds meer theatermakers zijn met een diverse achtergrond, die vertellen hoe het is om in Nederland te leven en op te groeien. Er zitten meerdere van deze verhalen in onze selectie. Er waren mensen die vonden dat dit iets zei over de Toneeljury. Nee, het zegt wat over deze generatie kunstenaars. Die wordt steeds diverser. En ja, ze maken ons duidelijk wat er schort aan onze samenleving en dat is heel confronterend.’
‘Het was confronterend. Een klap in het gezicht. We raakten achteraf niet uitgepraat. Dit is wat theater kan doen.’
Natuurlijk zijn alle voorstellingen uit de Juryselectie favoriet, anders zouden ze niet gekozen zijn. Als ik De Boer tóch vraag om daar een voorstelling uit te lichten, een die haar speciaal heeft geraakt, vindt ze het moeilijk daarop te antwoorden. Ze heeft zoveel moois en interessants gezien. Wie weet hoe De Boer zich inzet voor vluchtelingen, zal niet verbaasd zijn door haar antwoorden.
‘All Inclusive van Julian Hetzel was de eerste voorstelling die ik dit seizoen zag. Iedere avond wordt een groep voormalig vluchtelingen uit Syrië, rondgeleid op een expositie. Kunst gemaakt met brokstukken van de Syrische oorlog. Niemand, kunstenaars noch toeschouwers, wordt gespaard. Zo knap gedaan, zo slim in elkaar gezet, zo goed gespeeld. De voorstelling leverde veel discussie op. Het was confronterend. Een klap in het gezicht. We raakten achteraf niet uitgepraat. Dit is wat theater kan doen.’
De Boer noemt ook Hin und Her van ’t Barre Land ism Tijdelijke Samenscholing & Co. Een statenloze man zit vast op een brug tussen twee grensposten. Hij pendelt heen en weer tussen de grenswachters.
‘Onverwacht fris en bijzonder, met prachtige muziek. Mooi hoe een tekst uit de jaren ’30 zo actueel kan zijn. Heel aangrijpend.’
Eerder spraken we al over het belang van een leven lang je fantasie voeden, met hulp van het theater. En het theater als klap in het gezicht, wat het ook kan doen. Een wereld zonder theater, die kan volgens De Boer niet bestaan. We zijn aanbeland bij de noodzaak van theater. Want een wereld zonder is volgens de Boer niet denkbaar.
‘We zijn als planten die je moet voeden om te bloeien, met kunst. Anders zijn we kale stengels zonder bloemen.’
De Boer: ‘Mensen zullen altijd spelen en fantaseren. Theater vergroot je wereld. Het is de brandstof om nieuwsgierig te blijven, verder te kijken dan je neus lang en je beeldscherm groot is. Dat is uniek aan theater: dat je met zijn allen, samen, een paar uur lang geconcentreerd naar iets kijkt, dat zich zonder filter voor je afspeelt. Theater is goed voor je ziel. Dat heb ik dit jaar meer dan anders ervaren. Ik had een moeilijk jaar en moest me af en toe echt van de bank afslepen om naar de voorstellingen te gaan. Maar ze hielpen me, gaven me kracht en inspiratie. We zijn als planten die je moet voeden om te bloeien, met kunst. Anders zijn we kale stengels zonder bloemen.’