Wie is wie van de Nederlandse Toneeljury: Farnoosh Farnia
12 oktober 2024
De Nederlandse Toneeljury: ieder jaar selecteert zij de tien (of elf, of twaalf) beste voorstellingen van het theaterseizoen. Geen sinecure, want er wordt in de Lage Landen fantastisch theater gemaakt. Toch lukt het ieder jaar. En krijgt de Toneeljury steevast lof, verbazing en kritiek over zich heen. Wie zit er eigenlijk in de Toneeljury? En wat is voor hen de noodzaak van theater? We vroegen het hen.
‘Ik zet me in voor verhalen van mensen die je bijna niet hoort.’
Het begon met een kakkerlak. ‘Ik denk dat ik een jaar of zes was. Mijn vader was regisseur van een Iraans sprekende amateurtheatergroep. Ik denk dat het was omdat ze geen oppas konden betalen, maar ik kreeg ook een rol: een kakkerlak. Ik wilde aanvankelijk natuurlijk helemaal geen kakkerlak spelen: een andere vrouw speelde een vlinder, dát wilde ik ook. Maar toen legde mijn vader me uit dat het juist belangrijk was om een rol te spelen die niet bij je paste. Voor mij zou het veel knapper zijn om die kakkerlak te spelen, dan wanneer ik vlinder was geweest, zei hij, want daar leek ik al op. Vanaf toen speelde ik die kakkerlak vol trots.’
Farnoosh Farnia heeft sindsdien jarenlang toneellessen gevolgd, en rolde op haar zeventiende in de wereld van storytelling. Samen met Sahand Sahebdivani richtte ze Mezrab op, om een plek te creëren voor storytelling als serieuze kunstvorm. Via een omweg – ze werkte bij SchoolTV, het Sinterklaasjournaal, studeerde gebarentaal en woonde in Brazilië – belandde ze in 2010 bij theatergroep Jong Rast. In 2013 richtte ze met collega’s DEGASTEN op, in 2015 The Mezrab Storytelling School. Farnia: ‘Ik wil verhalen vertellen van mensen die je bijna niet hoort. Dat is mijn missie in de wereld. Of dat nu doven zijn, jongeren of mensen met diverse achtergronden die met storytelling hun verhaal doen: ik kom altijd daarbij uit.’
Sinds dit jaar is ze lid van de Nederlandse Toneeliury, waar ze die missie volop wil laten gelden. ‘Soms merk ik dat mensen die diep in de theaterwereld zitten, met een hardnekkige westerse blik naar voorstellingen kijken: van hoe acteurs hun teksten uitspreken tot de opbouw van een verhaal. Ik wil laten zien dat het ook anders kan. Als in de jury wordt vastgesteld dat iets niet goed is, dan vraag ik altijd: “Waarom? Is het omdat we het nog niet kennen?”’
‘Soms merk ik dat mensen die diep in de theaterwereld zitten, met een hardnekkige westerse blik naar voorstellingen kijken.’
Grote tegenstellingen binnen de jury heeft ze dit jaar nauwelijks ervaren. ‘Maar ik heb wel het gevoel dat ik een ander perspectief kan bieden. Dat ik bijvoorbeeld een bepaalde jonge maker kan beschermen, misschien juist door te zeggen dat we hem of haar niet moeten selecteren vanwege zijn diverse achtergrond: dat we iets niet exotiseren, maar ook oog voor de kwaliteit houden.’
Een goede voorstelling is volgens Farnia altijd een mix tussen verhaal en vorm. ‘Een verhaal kan waanzinnig goed zijn, maar als de vorm totaal klunzig is dan ben je me kwijt. In storytelling zijn de verhalen vaak heel goed, maar is er soms minder over de vorm nagedacht. Die slag vind ik interessant om te maken, daar ben ik erg op gefocust. Als verhaal en vorm elkaar versterken dan kan ik me helemaal in verliezen in een voorstelling.’
‘Als verhaal en vorm elkaar versterken dan kan ik me helemaal in verliezen in een voorstelling.’
Ze houdt ook van de nodige ontregeling. ‘Ik vind het fijn als ik op een bepaald pad word gezet en dat mijn verwachtingen dan totaal niet blijken te kloppen. Dat je hersenen even kraken.’ Als voorbeeld daarvan noemt ze Mount Average van Julian Hetzel, een van de voorstellingen die dit jaar door de toneeljury is geselecteerd. ‘Ik had gedurende die voorstelling geen idee waar hij naartoe wilde, wat ik moest voelen en denken. Dat kwam enorm bij me binnen.’ Een ander voorbeeld uit de juryselectie: Sea Wall van Het Nationale Theater. ‘Die monoloog begint heel warm en open. Doordat acteur Emmanuel Ohene Boafo je helemaal meeneemt in het verhaal van die jongeman en zijn gezin, komt het drama vervolgens keihard binnen, juist omdat je zo aan het meeleven bent. Die voorstelling was in vorm heel minimalistisch, je ziet dat er werkelijk over alles is nagedacht.’
Haar eerste jaar als jurylid heeft haar absoluut anders naar theater doen kijken, vertelt ze. ‘Voordat ik in de jury zat zag ik natuurlijk ook veel voorstellingen, maar toen vormde ik veel sneller een mening. Dit is niet goed, dit vind ik wel goed. Door de jury voel ik me heel erg verantwoordelijk om mijn blik tot het einde open te houden. Ik probeer mijn persoonlijke Farnoosh-smaak opzij te zetten of wanneer ik kritisch ben, bij mezelf te bevragen waarom dat dan is.’