Wie is wie… van de Toneeljury? Marjorie Boston
12 oktober 2024
Ieder jaar selecteert De Nederlandse Toneeljury de beste voorstellingen van het theaterseizoen. Wie zit er eigenlijk in de Toneeljury? En wat is voor hen de noodzaak van theater? We vroegen het hen.
Marjorie Boston: ‘Ik vind het mijn taak om de jury wakker te schudden’
Marjorie Boston was achttien jaar oud en lag in conflict met een lerares op de middelbare school. Om te voorkomen dat het een heel eigen leven ging leiden op school riep ze de hele school bij elkaar en speelde het hele gebeuren na als solo. Eind goed, al goed – behalve dat het voor haar moeder aanleiding was om Marjorie aan te melden bij een operaproductie, waarvoor ze een oproep in de Volkskrant had zien staan: The Kingdom, geregisseerd door Rufus Collins en Henk Tjon. Marjorie zelf wist van niets. ‘Ik was er niet blij mee toen ze het me vertelde. Maar ik ben het dan toch maar heel stiekem gaan voorbereiden natuurlijk, erheen gegaan, and the rest is history. Ik ben binnengekomen en niet meer weggegaan.’
Marjorie Boston (1964) werd actrice, theatermaker, regisseur, oprichter en artistiek leider van meerdere gezelschappen en is sinds dit seizoen ook lid van de Nederlandse Toneeljury. De kiem voor die carrière lag daar: bij Rufus Collins en Henk Tjon. ‘Bij hen kreeg ik voor het eerst te maken met diversiteit, zonder dat we dat nog zo noemden, en de vanzelfsprekendheid ervan. Ik ervoer hoe zij opera en dans samenbrachten in de breedste zin van het woord: van de klassieke westerse canon tot Afro-Caribische opera, en wat voor bijzondere mix aan uitvoerders ze bij elkaar hadden gebracht. Dat was mijn eerste doop en dat heeft me geleerd om mijn eigen – Surinaamse – culturele achtergrond toe te passen in de podiumkunsten.’
Boston ging naar de kleinkunstacademie in Amsterdam. ‘Maar ik vertrok daar na het eerste jaar omdat er niet werd begrepen waarom ik zowel hou van Wole Soyinka als van Jacques Brel, waarom ik daar geen keuze in wilde maken en wat dat zegt over mij.’ Ze stapte over naar de mimeopleiding, waar ze zich veel beter op haar plek voelde. ‘Daar werd helemaal begrepen wat interdisciplinariteit betekent, wat het betekent om subculturen binnen te halen die hun eigen narratieven willen ontwikkelen. Ik stond met mijn ene voet in de mimeopleiding en met mijn andere voet in de hiphopscene, en het feit dat ik dat kon samenbrengen heeft mij gemaakt tot de maker, kunstenaar en denker die ik nu ben.’
Na haar afstuderen speelde Boston een paar jaar bij gezelschappen als De Appel en Theater van het Oosten, maar koos er uiteindelijk voor om zich te richten het produceren van theater. Ook omdat ze vond dat als er iets in het veld moest veranderen, ze zelf met alternatieven moest komen.
Samen met Maarten van Hinte richtte ze Made in da Shade en later RIGHTABOUTNOW INC. op. ‘Met Made in da Shade hebben we echt een blueprint gelegd voor hoe je diversiteit omzet in echte inclusie. Ik ben daar heel trots op. Minder blij was ik met de erkenning uit het veld, van het establishment. Misschien is het de tragiek van pionierschap. We waren erg out-spoken, maar men wilde het toen niet horen. Nu zie je een generatie die actief vraagt op wier schouders ze staan, die dat opeisen.’
Na enig twijfelen trad ze dit seizoen toe tot de Nederlandse Toneeljury. ‘Ook weer omdat ik vind dat als je vindt dat dingen anders moeten, je moet kijken waar je zelf wat kan betekenen. We vertegenwoordigen als juryleden allemaal een stem uit het veld, die diversiteit aan expertise en aan perspectieven vind ik heel belangrijk. Dus ik denk dat het van belang is dat iemand als ik in de jury zit.’
Maar toen ze haar vroegen wilde ze wel eerst uitzoeken waarom. ‘Is het geen tokenisme? Ik zou het jammer vinden als ik in de jury zou zitten omdat ik als enige meer oog heb voor new storytelling bijvoorbeeld. Dat zie ik ook als mijn taak, om medejuryleden wakker te schudden en ervoor te zorgen dat we het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid zien daarover na te denken. Ik zou willen dat de hele jury het als opdracht ziet om de blik te verruimen. En ik heb de afgelopen maanden in de jury ook gemerkt dat dat het geval is. Dat geeft veel vertrouwen.’
Een voorstelling die ze wil uitlichten uit de selectie is Winter/21/J. van Ryan Djojokarso. ‘Die voorstelling gaat echt over ontwikkeling van het gesproken woord, hoe interdisciplinariteit bij regisseurs nu een heel eigen stem begint te krijgen. Ik vind dat in dit geval briljant gedaan, zodanig dat ik niet de hele tijd nadenk over waar ik nu naar aan het kijken ben.’
Hoe kijkt ze terug op de eerste maanden in de toneeljury? ‘Omdat ik zelf vind dat ik jarenlang heel mooi werk heb gemaakt maar vanuit die jury nooit die erkenning heb gekregen, had ik toch een soort haat-liefdeverhouding tot de jury ontwikkeld. Maar ik was aangenaam verrast door de kwetsbaarheid en de openheid waarmee er in de jury over voorstellingen wordt gepraat, en hoe de juryleden hun eigen mening bevragen. Dat levert mooie en waardevolle gesprekken op. Dus ja, ik begin er al een beetje van te houden.’